Van gewoon ‘licht vangen’ naar ambachtelijk kunst maken…
Al eeuwen lang wordt het principe van de camera obscura gebruikt om beelden van de werkelijkheid weer te geven. Het licht wordt door een klein gaatje gevangen in een donkere ruimte om op het achterliggende vlak geprojecteerd te worden. Het werd gebruikt als kermisattractie maar ook door schilders, zoals Johannes Vermeer, om de werkelijkheid beter en scherper op het doek over te kunnen brengen. In de loop van de 19e eeuw werden uitvindingen gedaan zodat die projectie op een lichtgevoelige plaat vastgelegd kon worden. Het negatief werd uitgevonden waardoor je de foto meerdere keren kon afdrukken op papier. En tegen het eind van de 19e eeuw kon vrijwel iedereen kleurenfoto’s maken met een betaalbare draagbare camera. De fotografie was gedemocratiseerd. En zo ontwikkelde de technologie voor het maken van foto’s zich met rasse schreden voort. Inmiddels volgen en ontwikkelden de fotografen uit die tijd ook bepaalde stijlen binnen de fotografie. In eerste instantie probeerde men het impressionisme in de schilderkunst na te doen, maar als snel werden meer objectieve, realistische stijlen gevolgd. Bekende namen zijn Henri Cartier Bresson met documentaire fotografie of Ansel Adams met zijn landschappen of Robert Capa, een bekend oorlogsfotograaf uit die tijd. Een veelheid van stromingen, stijlen en specialismen volgden zich op, in de jaren tot en met nu!
Mijn influencers…
Een aantal bekende fotografen hebben een grote invloed gehad (en nog steeds) op mijn eigen stijl. Mijn influencers, zeg maar. Zonder volledig te willen zijn, noem ik -voor muziekfotografie- Jim Marshall, Anton Corbijn en Paul Bergen, – bij landschaps- en natuurfotogratie- Andel Adams, Sebastian Salgao, Ruben Smit en Wim Wenders, -voor
reis-/straat-/reallife photography- Ed van der Elsken, Vivian Maier, Robert Frank en Steve McCurry. Als gevolg van deze ‘influencers’ richt ik mij in mijn liefhebberij -uiteraard- op landschappen, natuur en urban fotografie. Maar ook de meer journalistieke c.q. documentaire fotografie, meer specifiek live concerten, evenementen, en reizen, heeft mijn ongebreidelde interesse. Mijn uitgangspunt is daarbij altijd het werken met natuurlijk licht, dan wel het aanwezige (kunst-)licht, zoals bij concerten.
Van de Pentax ME-Super naar de smartphone
Maar de technologie voor fotografen bleef zich doorontwikkelen. In de 70-er jaren van de vorige eeuw kocht ik mijn eerste -analoge- spiegelreflexcamera, een Pentax ME Super. En supertrots dat ik was …!! Fotografie was toen nog een soort van ambacht waarbij je elke opname zorgvuldig moest plannen, v.w.b. belichting, scherpstelling en compositie. De technische kennis en vaardigheden om de camera te bedienen waren minstens zo belangrijk als het artistieke oog! En elke foto -die je gemaakt had- telde omdat het 35 mm film rolletje slechts een beperkt aantal (24 of 36) foto’s beschikbaar had, en het afdrukken door een ontwikkelcentrale dagen duurde en relatief duur was. Eind van de negentiger jaren besloot ik de analoge fotografie vaarwel te zeggen en mee te liften op de ontwikkeling van digitale fotografie, die inmiddels al in volle gang was. Fotograferen ging opeens een stuk sneller en het aantal foto’s was praktisch onbeperkt. De foto’s kon je nu zelf nabewerken met behulp van speciale software op je eigen computer. En omdat de beperkingen van het filmrolletje werd weggenomen werd je eigen creativiteit opeens benadrukt. Maar de grootste verandering kwam vlak na 2000 met de smartphone, waarmee fotografie overal en altijd mogelijk is. Met slechts één apparaat in je zak heb je niet alleen een camera, maar ook de mogelijkheid om foto’s direct te bewerken en via social media met de wereld te delen. Wat vroeger een ambacht soms zelfs een kunstvorm was, is nu een kwestie van enkele tikken op het scherm.
Meerdere technologieen tegelijkertijd!!
Nu is het niet zo dat bij elke nieuwe technologie de oude technologie stopt of zelfs verdwijnt. Nieuwe technologien vermengen zich geruisloos met de oude technologie. Soms maakt die oude technologie zelfs weer een come-back: Zo bestaat analoge fotografie nog steeds en er worden zelfs cursussen over georganiseerd. En denk eens aan de zgn. Instax-camera’s. Zelf gebruik ik -naast mijn smartphone- nog steeds mijn digitale spiegelreflexcamera voor specifieke situaties met weinig licht. Die foto’s bewerk ik na met Adobe Lightroom voorzien van diverse AI-functies.
De wereld gaat compleet veranderen….
Nu kunnen we soortgelijke verhalen vertellen over de technologische ontwikkelingen van het luisteren naar muziek (van het vinyl album naar spotify), boeken lezen (naar e-books of zelfs luisterboeken), films kijken (bioscoop – videoverhuurwinkels – netflix), winkelen (van webshops via platforms naar dropshipping) en bankieren (van internetbankieren naar betaal-app naar cryptocurrency) . En al die technologie-changes ondergaan we met zijn allen op onze eigen wijze en in ons eigen tempo (ik gebruik bijvoorbeeld nog steeds geen spotify of betaal-app). Kenmerken van deze veranderingen zijn enerzijds de beloftes dat deze technologie de wereld compleet gaat veranderen, vaak ten goede. Anderzijds zien we ook dat het gebruik van de technologie los komt te staan van benodigde kennis van die technologie zelf. De gebruiksdrempel wordt steeds lager. Naast voordelen heeft dit ook ontegenzeglijk nadelen, zo laat het tomeloos gebruik van bijvoorbeeld de smartphone ook zien. Het heeft invloed op ons gedrag, relaties, leervermogen, etcetera. Het vergt niet alleen het leren omgaan met die nieuwe technologie, maar ook met het gedrag dat wij onszelf aanmeten.
En Digitale Transformaties dan…??
De weg die de fotografie-technologie heeft afgelegd is heel goed vergelijkbaar met de veranderingen en beloftes die digitale transformaties ons voorgehouden worden. Als je daar meer interesse in hebt kun hier lezen wat dat betekent…