Op 27 en 28 mei jl. mocht ik de Digitale Synergiedagen bijwonen. Dit tweedaagse event -gehouden in het 1931 Congrescentrum in Den Bosch- was bedoeld voor Nederlandse en Vlaamse professionals in de agrarische sector om kennis en ervaring over ‘hoe data en technologie bijdragen aan een duurzame toekomst en hoe samenwerking over sectorgrenzen heen innovatie stimuleert?‘ Twee dagen lang werden specifieke thema’s belicht. Ik heb daar slechts een deel van kunnen bijwonen. Het beeld wat ik heb gekregen van dit initiatief is dan ook beperkt. Tijdens de opening werd de doelstelling van het evenement samengevat als Verbinden, Versnellen en Veranderen. En dus gebruik ik die driedeling ook maar om mijn indrukken te categoriseren
1. VERBINDEN
Het eerste wat opvalt is dat er zo’n 600 professionals van verschillende pluimage op een dergelijk evenement afkomen om kennis te delen en/of op te halen. Het toont aan dat er veel gebeurt in agrarisch Nederland. Op dit event wordt het ‘eco-systeem’ centraal gezet, want het opschalen van nieuwe technologische innovaties kan alleen door standaardisatie van processen en data(-uitwisseling) binnen dat ecosysteem! En daar is weer centrale regie voor nodig. Er wordt dan ook opgeroepen om gedeeld eigenaarschap te pakken om een en ander realiteit te laten worden. En daarmee is de noodzaak tot verbinding wel duidelijk gemaakt.
Nu kom ik zelf uit de high-tech glastuinbouw, waar al behoorlijk veel gebeurt op het gebied van technologische innovaties en gedeeld eigenaarschap. Denk maar ’s aan HortiHeroes, Robocrops, Stichting Innovatie Glastuinbouw (SIGN), Floridata, DigitalZH, Innovation Quarter, enzovoorts. Het was wellicht interessant geweest om -naast de interessante pitches per thema- ook de coherentie van al bestaande ecosystemen zoals dat van de glastuinbouw te laten zien?
2. VERANDEREN
Voordat we naar “Versnellen” doorschakelen moeten we het toch eerst even over ‘Veranderen’ hebben. Binnen zowel de veranderkunde als leersystemen worden drie nivo’s onderkend. Evenzo onderscheidt TNO in haar Acceleration Compass methode drie nivo’s van innovaties. Al die drie nivo’s komen in het kort neer op:
1- het verbeteren bestaande processen of producten; ook wel meer van het zelfde maar dan beter; het spel beter spelen binnen bestaande spelregels
2- vernieuwen van bestaande processen of producten; het spel spelen volgens nieuwe spelregels.
3- processen, supply chains of zelfs hele ecosystemen nieuw inrichten of producten cq diensten volgens een nieuw businessmodel aanbieden. Kortom een heel nieuw spel spelen
TNO stelt dat het correct categoriseren van een innovatie en daar vervolgens de juiste strategie en aanpak bij toepast, de implementatie ervan versnelt. Om veranderingen -als gevolg van innovaties- in gang te zetten is het ook van belang om de meerwaarde er van te kunnen vaststellen. “Van onderbuik naar onderbouwing“, werd dit treffend genoemd op het congres. En deze vraag werd ook regelmatig gesteld tijdens de thema-sessies. “Hoe kijkt de primaire sector hier zelf tegenaan?“, “Wat zijn hun drivers om hieraan mee te doen?“, “Wat is voor hen de meerwaarde, wat krijgen zij er voor terug?” Vastgesteld werd dat je de perspectieven van stakeholders en eindgebruikers moet meenemen, dat je samen moet bepalen welke innovatie meerwaarde heeft! En nog betere aanpak is dat vooraf te laten gaan door het ontwikkelen van een visie op digitalisering voor jouw organisatie. Een integrale aanpak volgens het 4-C model is te adviseren…
3. VERSNELLEN
Om innovaties danwel de adoptie van innovaties te kunnen versnellen zijn er diverse initiatieven te vinden. Zo heeft TNO het ‘Acceleration Compass’ ontwikkeld, die moet helpen bij het versnellen van innovatieprogramma’s, door een proactieve en efficiënte aanpak, het implementeren van agile werkwijzen, design thinking. Maar er zijn ook Fieldlabs opgezet (die de plaats hebben ingenomen van de oude proeftuinen) om de samenwerking tussen bedrijven op het gebied van innoveren te stimuleren. Meer gericht op gespecialiseerde innovaties zijn bijvoorbeeld Robocrops die als matchmaker fungeert tussen technologie-bedrijven en tuinbouw daar waar het gaat om robotisering.
Nu lijkt de term ‘Versnellen’ te impliceren dat je wel ‘even snel’ de innovatie kunt kiezen, implementeren, en dan … weer door met waar je mee bezig was. Niets in minder waar. Innoveren op dit nivo heeft meer kenmerken van ‘slow food’ dan van ‘fast food’.
En dat heeft enerzijds te maken met het type of nivo van innovatie je mee bezig bent: Wil je een verbetering van je bestaande proces of product, of een heel nieuwe toepassing danwel een heel nieuw verdienmodel? Daarmee wordt de leer-impact van de innovatie bepaalt en zul je daar andere strategieen voor moeten ontwikkelen. Anderzijds is het van belang te realisere dat innovatie eigenlijk niet gaat om de technologie, maar om de mens die het moet gaan gebruiken.
Daarom moet er binnen ecosystemen, organisaties of processen ruimte worden gecreerd om te experimenteren, te leren improviseren en al doende vorm te geven aan de innovatie. Een mooi voorbeeld hiervan werd gepresenteerd in de vorm van een ‘Micro learning community’ bij MKB bedrijven, waar in kleine teams van 6-8 vakmensen in 5-7 wekelijkse sprints van 1-1,5 uur een concreet vraagstuk werd aangepakt. Een mooie combinatie van werken, leren en innoveren. Het resultaat van een dergelijke aanpak is dat je relatief snel concrete stappen maakt met een oplossing die direct toepasbaar is en breed gedragen wordt. De verkregen inzichten zijn dan weer input voor de volgende micro learning. Belangrijk daarbij is dat je de impact van het leer-proces zichtbaar maakt voor de rest van de organisatie.
Kortom … hoe maak je van jouw organisatie een ‘Lerende organisatie‘. Anders gezegd – hoe ruim je tijd en geld in voor exploratie-activiteiten naast de al bestaande exploitatie-processen? Hoe maak je van jouw organisatie een ambidextere (zowel ‘links’- als ‘rechtshandige’) organisatie?
Al met al een heel interessant congres, waar ik een eventuele volgende keer meer inbreng van de primaire sector zou willen zien, al dan niet als onderdeel van bestaande ecosystemen die zich dan als een coherent geheel zouden kunnen presenteren? En dan mogen Bossche Bollen uiteraard ook niet ontbreken…